Nieuwe regels: wat verandert er in 2018 voor het mkb?

De regels op het gebied van personeelszaken veranderen continu. Ook in 2018 gaat nieuwe wet- en regelgeving in die gevolgen heeft voor werkgevers en hun medewerkers. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen.

  • Leeftijdsgrens no-riskpolis omlaag
    De leeftijdsgrens voor de no-riskpolis voor ouderen wordt verlaagd van 63 naar 56 jaar. Neem je mensen in dienst van 56 jaar of ouder die een WW-uitkering ontvingen na 1 januari 2018? Voor hen neemt het UWV de loondoorbetaling bij ziekte over van de werkgever. Deze nieuwe regel geldt in ieder geval tot eind 2019.
  • Vacatures
    Het is vanaf 1 januari niet meer toegestaan om in vacatures te vermelden dat je op zoek bent naar een jongere of oudere medewerker. Dat mocht nog als een vacature specifiek bedoeld was om werkloosheid in die doelgroepen te bestrijden. Die regel vervalt nu dus.
  • Loonkostenvoordeel in plaats van premiekortingen
    De premiekortingen voor jongere, oudere en arbeidsbeperkte medewerkers verdwijnen. In plaats daarvan krijg je als werkgever vanaf 2018 loonkostenvoordelen (LKV) voor ouderen en medewerkers met bijvoorbeeld een ziekte of handicap. Het maximale voordeel is € 6.000 per medewerker per jaar. Deze nieuwe regeling werkt eenvoudiger en fraudebestendiger: de Belastingdienst betaalt het LKV automatisch uit. Ook wordt nu de zogenoemde verzilveringsproblematiek opgelost; vooral kleine bedrijven profiteerden onvoldoende van de premiekorting.
  • Afspraken die elk jaar veranderen. Dit geldt voor 2018:
    – Het wettelijk minimumloon gaat met 0,81% omhoog naar € 1.578 per maand.
    – De wettelijke pensioenleeftijd gaat verder omhoog naar 68 jaar.
    – De maximale transitievergoeding wordt met € 2.000 verhoogd naar € 79.000.
    – Volgens de ingezette stapsgewijze afbouw is de maximale duur van de WW-uitkering per 1 januari 29 maanden

 

De plannen voor de toekomst

Het kabinet heeft een aantal voornemens die gunstig uitpakken voor het mkb. Maar de definitieve beslissingen hierover zijn uitgesteld tot 2019 of later. Dit zit nog in de pijplijn:

  • Compensatie transitievergoeding bij langdurige ziekte. We hadden gehoopt dat er al meer zekerheid zou zijn over dit thema. Er ligt een wetsvoorstel dat bepaalt dat werkgevers door het UWV gecompenseerd worden voor de kosten van de transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte. We hopen dat het kabinet dit in 2019 alsnog aanneemt.
  • Loondoorbetaling tijdens ziekte. Het kabinet heeft plannen om onderscheid te maken tussen grote en kleine werkgevers. Met als doel om de lasten en risico’s voor kleine bedrijven (tot 25 medewerkers) te verlichten.
  • Vast contract. De periode waarna elkaar opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een contract voor onbepaalde tijd, gaat misschien weer terug van twee naar drie jaar. Om werkgevers te stimuleren vaker direct een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden, liggen er plannen om de proeftijd te verruimen naar vijf maanden. Voor meerjarencontracten (meer dan twee jaar) geldt dan een proeftijd van drie maanden.
  • Ontslagaanvraag. Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) merken werkgevers dat het moeilijker is om medewerkers te ontslaan. Dat komt omdat maar één van de ontslaggronden in de wet mag worden gebruikt voor de ontslagaanvraag. Maar in de praktijk zijn vaak meerdere gronden van toepassing. Volgens de nieuwe plannen kun je in zo’n geval weer bij de rechter ontslag aanvragen op basis van de ‘optelsom’ van omstandigheden. Voor de werknemer staat hier tegenover dat de rechter een extra vergoeding kan toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding. Waarschijnlijk gelden deze regels vanaf 2019.

 

Meer weten?

Wil je meer weten over de nieuwe regels en plannen, en de gevolgen ervan voor jouw organisatie? Neem gerust contact met ons op.